Hoe snel kun je dalen?

In het hoofdstukje over de klimweerstand hebben we gerekend met de volgende formule:

Pk = i/100*m*g*v

Hierbij is de helling i positief in de klim en negatief bij het afdalen. Bij een afdaling krijg je dus in feite extra daalvermogen, naast je eigen trapvermogen. Dit betekent dat je snelheid flink gaat toenemen. Op een gegeven moment krijg je als het ware een vrije val, waarbij je niet meer hoeft te trappen en je daalvermogen gebruikt wordt om de rolweerstand en de luchtweerstand te overwinnen. Je krijgt dan dus de volgende formule:

i/100*m*g = cr*m*g*v+0,5ρcdAv3

Als we dit uitwerken, krijgen we de volgende formule voor de daalsnelheid:

v = √(2g(i/100-cr)m/ρcdA

Als we de getallen voor de standaardcondities van onze snelle Eddy invullen, dan is het resultaat dat Eddy op de Alpe d’Huez bij de standaardcondities gaat dalen met een snelheid van 64,3 km/h (i = 7,41%, m = 83,8 kg, g = 9,81 m/s2, ρ = 1,205 kg/m3 en cdA = 0,3 m2 ).

De invloed van het gewicht

Aan de formule zien we meteen dat je daalsnelheid hoger wordt als je zwaarder bent. We hebben dit verband geïllustreerd met de bijgaande figuur en tabel, die laten zien dat zware jongens sneller kunnen dalen. Zo heeft ook hier ieder nadeel weer een voordeel. Als je zwaarder bent, kom je minder makkelijk omhoog, maar het dalen gaat in principe sneller. Helaas heb je daar meestal weinig aan omdat je toch zult moeten remmen om niet uit de bocht te vliegen….

 

Je kunt het effect van alle aspecten op je eigen prestaties berekenen met onze calculators op www.hetgeheimvanwielrennen.nl. Daar kun je ook ons boek bestellen. Het is ook verkrijgbaar als ebook.

Hans van Dijk, Ron van Megen en Guido Vroemen