Van een lezer kregen we deze vraag:
Afgelopen jaar begon ik met fietsen. In 2018 wil ik het wat fanatieker aanpakken. Afgelopen jaar reed ik één keer per twee weken een tochtje van anderhalf uur. Dit jaar wil ik minimaal twee keer per week trainen. Een van de adviezen die ik kreeg is om niet alleen mijn fietstochtjes te maken met constante snelheid, maar om daar sprint intervaltraining aan toe te voegen. Mijn vraag is hoeveel intervallen moet ik doen?Antwoord van Adrie van Diemen, inspanningsfysioloog:Intervaltraining is een prima manier om je conditie te verbeteren. Je schreef me ook dat je door een fitnesstrainer is voorgesteld om met een groep andere sporters op de sportschool die intervallen te doen via 3 series van 8 herhalingen van 30 seconden. Mij lijkt dat in jouw situatie geen goed plan. Eigenlijk heb je nog helemaal geen goede conditie met één keer training per twee weken, een zittende baan en nauwelijks lichaamsbeweging. Deze voorgestelde intervaltraining is veel te zwaar voor een ongetrainde. Doe het niet.In de zomer van 2017 publiceerden wetenschappers uit Groot-Brittannië een overzicht van de wetenschappelijke artikelen die verschenen zijn over de effecten van sprintintervaltraining. Ze gebruikten alleen studies als het niet om patiënten ging, deelnemers gemiddeld ouder waren dan 18 jaar, een maximale zuurstofopname hadden die lager lag dan 55 milliliter per minuut per kilo lichaamsgewicht, en dat het niet om getrainde atleten ging. Alleen studies waar enkel sprintintervaltraining werd uitgevoerd bestudeerden ze. Ook moesten de sprints minimaal 10 seconden duren. Als maat voor conditie namen ze de maximale zuurstofopname (VO2max).
De sprintintervaltraining werkte het best bij slechts twee sprintmomenten
Uit hun analyse kwam naar voren dat sprintintervaltraining een groot effect heeft op de VO2max. Gemiddeld steeg deze met 7,8 procent. De sprintintervaltraining werkte het best als er slechts twee sprintmomenten waren. Al de extra sprints die worden uitgevoerd hebben een negatief effect op de hoogte van de VO2max. Gemiddeld was dat negatieve effect een 1,2 procent minder verandering in VO2max per elke twee extra sprints die je uitvoert. De duur van de sprint, de duur en de aard van het herstel heeft verder nauwelijks invloed.