De Vuelta begint met een 8 kilometer lange proloog in het zuiden van Spanje. Tussen alle vakantiegangers staat er veel op het spel: de eerste rode leiderstrui. De start is naast het Centre Pompidou, een dependance van het bekende museum in Parijs. Langs de haven rijden de renners richting het strand, maar gaan ze gelukkig niet zoals drie jaar geleden in Marbella óver het strand. Destijds werd de ploegentijdrit uit veiligheidsoogpunt geneutraliseerd en telde de uitslag niet mee voor het klassement. Vandaag is er geen tijd om te lanterfanten, want er staan kostbare seconden op het spel. 2. Marbella – Caminito del Rey (163,9 kilometer, zondag 26 augustus)
De eerste week is altijd saai, toch? In de Giro en de Vuelta niet! Tijd om te wennen aan de Spaanse wegen is er niet, want de tweede etappe kent een spectaculair einde. De Alto de la Mesa is 7,9 kilometer lang en kent een stijgingspercentage van 5,6% gemiddeld. Met uitschieters tot 15% wordt na één dag al duidelijk hoe de benen aanvoelen. 3. Mijas – Alhaurín de la Torre (182,5 kilometer, maandag 27 augustus)
Gaan we vandaag voor de eerste keer sprinten? De 182,5 kilometer lange etappe is hobbelig, maar eindigt wel vlak. De rit voert van Mijas naar Alhaurín de la Torre en rijdt na zo’n twintig kilometer de Puerto del Madroño (20,5 kilometer à 4.9%) op. Niet voor niets bestaat de sprintstartlijst uit louter sprinters met klimbenen, want volledig vlakke etappes kennen ze in de Vuelta niet. Vandaag is een mooie kans voor Elia Viviani, Peter Sagan, Matteo Trentin of Danny van Poppel om zich te tonen. 4. Vélez-Málaga – Alfacar (162 kilometer, dinsdag 28 augustus)
De eerste echte bergrit staat voor dinsdag 28 augustus gepland. Met de Puerto de la Cabra (20,2 kmà 4,8%) en finish op de Sierra de la Alfaguara (13 km à 5,2%) wisselt de rode trui waarschijnlijk van eigenaar. De rit eindigt in Alfacar, waar de Sierra de la Alfaguara debuteert in de Spaanse ronde. Het middendeel van de klim is zwaar en kent net voor de top nog een uitschieter naar 10%. Opletten geblazen!5. Granada – Roquetas de Mar (188 kilometer, woensdag 29 augustus)
De kaarten zijn al flink geschud en de klassementsmannen weten al genoeg over hun vormpeil. De Vuelta-organisatie heeft ervoor gekozen om een dag na de zware bergetappe een ‘makkelijkere’ rit uit te tekenen met slechts één gecategoriseerde hindernis: de Alto El Marchal. De klim van tweede categorie bereikt op 26 kilometer voor de finish de top, waarna er wordt gedaald richting Roquetas de Mar. Overleven de sprinters de klim of springt er een groepje weg?6. Huércal-Overa – San Javier (153 kilometer, donderdag 30 augustus)
Sprinters die woensdag hun kans gemist hebben, krijgen donderdag kans om zich te revancheren. De korte rit is nagenoeg vlak, maar niet zonder gevaar. Een potentiële boobytrap ligt op de loer, want de omgeving van San Javier staat bekend als windgevoelig en dus is er kans op waaiers. Laten we het hopen, want dat komt de attractiviteit van de rit ten goede!7. Puerto Lumbreras – Pozo Alcón (182 kilometer, vrijdag 31 augustus)
Nog twee vlakke etappes en dan doemen de bergen weer op. Vandaag keert de karavaan het Spaanse zuidoosten de rug toe en begint men aan de lange oversteek richting het noordwesten. Het eerste gedeelte is niet lastig, maar de slotfase maakt voor de tv-kijker een hoop goed. Met de Alto de Ceal vangt de finale aan, waarna het omhoog blijft lopen tot in Pozo Alcón. Ideaal voor puncheurs.8. Linares – Almadén (195,5 kilometer, zaterdag 1 september)
Voordat zondag de klimmers in actie komen, is het zaterdag nog de beurt aan de sprinters. Wetende dat het voor de sprinters de laatste kans is, met een bergrit voor de boeg, zullen de sprintersploegen extra gemotiveerd zijn om de koers te controleren. De weg loopt in de laatste tien kilometer licht omhoog, waardoor het een zware bevalling wordt voor de renners in Almadén. Het Spaanse plaatsje was zeven jaar geleden startplaats van een Vuelta-rit en leverde met Marcel Kittel een mooie winnaar op. Wie wint er nu?9. Talavera de la Reina – La Covatilla (195 kilometer, zondag 2 september)
Daags voor de rustdag wordt er voor de tweede keer écht geklommen. Met twee opwarmers (Puerto del Píco en Puerto de Peña Negra) worden de benen al op spanning gezet, maar is het vooral wachten op de Alto La Covatilla. De 13 kilometer lange klim kent een gemiddeld stijgingspercentage van 6,4% en heeft een Nederlandse geschiedenis, want in 2011 veroverde Bauke Mollema de rode leiderstrui. Hij eindigde achter Daniel Martin als tweede in de rituitslag, maar reed wel Joaquim Rodriguez uit de leiderstrui. Hopelijk levert de rit vandaag weer spektakel op.10. Salamanca – Bermillo de Sayago (172,5 kilometer, dinsdag 4 september)
Soms staat er na een rustdag een verschrikkelijk bergetappe op het menu, maar nu is dat anders. De tiende etappe moet namelijk wel héél raar lopen als het niet op een massasprint uitdraait. De rit van Salamanca naar Bermillo de Sayago is voor de sprinters een van de laatste kansen op dagsucces.11. Mombuey – Luintra (208,8 kilometer, woensdag 5 september)
De Vuelta flirt met een uitstapje naar Portugal, maar blijft op Spaanse bodem. Met liefst vier hindernissen van veelal derde categorie is dit een perfecte rit voor de aanvallers. Luintra was twee jaar geleden ook al aankomstplaats in de Vuelta en leverde toen Simon Yates als winnaar op. De kans dat wederom een renner alleen vooruit weet te blijven en de overwinning pakt is groot, want het parcours leent zich daarvoor. Slaat Yates opnieuw toe? 12. Mondoñedo – Faro de Estaca de Bares (177,5 kilometer, donderdag 6 september)
De twaalfde rit is een kolfje naar de hand van de aanvallers. De rit gaat op en af en barst waarschijnlijk na de passage door Ortigueira los. Smal en steil, zo is de slotfase het beste te omschrijven. Makkelijk wordt het niet voor de ploegen om de koers te controleren, waardoor er in de slotkilometer alle ruimte is om aan te vallen. Aanvallers met een goed eindschot hebben deze etappe allang met rood omcirkeld.13. Candás – La Camperona (175,5 kilometer, vrijdag 7 september)
La Camperona is een muur van 8,5 kilometer à 7,4%. Vier jaar geleden kwam Ryder Hesjedal als eerste boven, twee jaar geleden zegevierde Sergey Lagutin. Na de Puerto de Tarna doemt de Alto de La Camperona op en volgen er vele stroken van op en rond de 20%. Ongetwijfeld gaat deze etappe vuurwerk opleveren, dus zorg ervoor dat je vrijdag 7 september wat eerder van je werk vertrekt.. 14. Cistierna – Les Praeres (167 kilometer, zaterdag 8 september)
Na de Sierra de la Alfaguaru maakt er wederom een klim zijn debuut: Les Praeres. Met al vier beklimmingen in de benen is de afsluitende Alto Les Praeres (7 kilometer à 6,9%) een ware martelaar. Slechte benen zijn niet toegestaan, vraag dat maar aan Chris Froome. De Brit verloor vorig jaar in de vergelijkbare klim naar Los Machucos 40 seconden op Vincenzo Nibali, en dat een dag na zijn dominante tijdrit. Voor de klassementsmannen is dit een belangrijke dag.15. Ribera de Arriba – Lagos de Covadonga (185,5 kilometer, zondag 9 september)
Lagos de Covadonga, Lagos de Covadonga, Lagos de Covadonga.. Zeg het meerdere malen hardop en je hebt geen cursus Spaans meer nodig. De kans is heel groot dat je de naam al vaker voorbij hebt horen komen, want het is de negende keer deze eeuw dat een Vuelta-etappe finisht op de 14,5 kilometer lange klim. Na een lastige aanloop begint het peloton na zo’n 170 kilometer aan de slotklim, waarin de ene steile strook de andere afwisselt. In de slotkilometer volgen nog een korte afdaling en een steile helling richting de finish en weten we wie de vijftiende etappe heeft gewonnen. 16. Santillana del Mar – Torrelavega (32,7 kilometer, dinsdag 11 september)
Na de tweede en laatste rustdag volgt een 32,7 kilometer lange tijdrit van Santillana del Mar naar Torrelavega. Op een nagenoeg vlak parcours krijgen de klassementsrenners de kans om wat op te schuiven in het klassement, of om juist hun positie te verdedigen. Aankomstplaats Torrelavega ligt iets ten noordoosten van de startplaats en wordt na het rijden van een U-vorm binnengereden. Om ongeveer 17:40 uur weten we wat de schade is. 17. Getxo – Balcón de Bizkaia (166,4 kilometer, woensdag 12 september)
We zijn in het Baskenland en dat mogen de renners gerust weten. Niet voor niets is er een typische Vueltarit uitgestippeld tussen Getxo en Balcón de Bizkaia. Onderweg staan er zes hindernissen op het programma, waarvan het eerste deel van de etappe nog wel te behappen is. Met nog vijftig kilometer te rijden breekt de koers open en is het geen moment meer vlak. De rit eindigt op de Monte Oiz van gemiddeld 11,9% en is echt een klusje voor explosieve renners als Alejandro Valverde. Wie beukt er in het Baskenland naar de winst?18. Ejea de los Caballeros – Lleida (180,5 kilometer, donderdag 13 september)
Hoeveel sprinters zijn er nog in koers? Het is waarschijnlijk al langer dan een week geleden dat er massaal gesprint werd om de ritwinst. Mochten er nog sprinters aanwezig zijn in de Vuelta, krijgen ze in Lleida een voorlaatste kans op een ritzege. Danny van Poppel zal met veel plezier uitkijken naar de achttiende Vuelta-etappe, want in 2015 boekte hij er zijn eerste overwinning in een grote ronde. Als hij nog meerijdt is hij een grote kanshebber. 19. Lleida – Andorra (157 kilometer, vrijdag 14 september)
Nog twee dagen klimmen, een vlakke etappe en dan zit de laatste grote ronde van het jaar er alweer op. De 157 kilometer lange etappe van Lleida naar Andorra loopt de hele tijd langzaam omhoog en begint op 17 kilometer van het einde aan de Coll de la Rabassa (6,3% gemiddeld). Op 2015 meter hoogte is in Andorra de finishstreep getrokken. Wie heeft er nog wat in de tank zitten?20. Escaldes-Engordany – Coll de la Gallina (105,8 kilometer, zaterdag 15 september)
Met Madrid bijna in zicht is het peloton er nog lang niet. Eerst moet nog de koninginnenrit afgewerkt worden. Met een afstand van slechts 105,8 kilometer is de twintigste etappe niet lang, maar wel reuze zwaar. Liefst zes keer moet een berg opgereden worden, waarvan de Coll de la Comella en Coll de Beixalis tweemaal. Met de Coll de la Gallina als uitsmijter moeten alle kaarten op tafel gelegd worden. Een heerlijke bergrit om de Vuelta (bijna) mee af te sluiten. 21. Alcorcón – Madrid (112,3 kilometer, zondag 16 september)
Na 26 kilometer wordt Madrid binnengereden en staan er vijftien rondjes van 5,7 kilometer op het programma. Ongetwijfeld draait het in hartje Madrid op een massasprint uit en is het maar de vraag welke sprinters nog in koers zijn. Mocht de strijd om de puntentrui nog spannend zijn, dan staat er nog iets meer dan alleen de ritoverwinning op het spel. Het zou leuk zijn als een sprinter weer eens het puntenklassement op zijn naam schrijft, want in 2014 was John Degenkolb de laatste sprintwinnaar..