Marmotte 2018
-
- Forum-lid
- Berichten: 20
- Lid geworden op: 20 nov 2017 16:54
Het was inderdaad een pittig tochtje!
In het laatste vak gestart en dit gaf geen problemen.
Verbazingwekkend hoe sommige mensen al aan het afzien zijn tijdens de Glandon! De hele tijd redelijk op m'n schema van 7.30 kunnen rijden. Achteraf Telegraphe iets te behouden gedaan en afdaling Lauteret ging heel matig (met zware crash achter mij).
Stuk naar Bourg ging slecht (geen goed groepje en wind tegen). Alp dhuez uiteindelijk steady omhoog kunnen fietsen in 1.14 (met 1 waterstop halverwege.
Uiteindelijk in 7.46 gefinished en toch tevreden.
Iedereen op dit forum (en cyclokalender) bedankt voor alle Tips!
In het laatste vak gestart en dit gaf geen problemen.
Verbazingwekkend hoe sommige mensen al aan het afzien zijn tijdens de Glandon! De hele tijd redelijk op m'n schema van 7.30 kunnen rijden. Achteraf Telegraphe iets te behouden gedaan en afdaling Lauteret ging heel matig (met zware crash achter mij).
Stuk naar Bourg ging slecht (geen goed groepje en wind tegen). Alp dhuez uiteindelijk steady omhoog kunnen fietsen in 1.14 (met 1 waterstop halverwege.
Uiteindelijk in 7.46 gefinished en toch tevreden.
Iedereen op dit forum (en cyclokalender) bedankt voor alle Tips!
Herinnering aan alle marmottedeelnemers die van plan zijn een lekker bocht-tot-bochtverslag te maken.
Plaats je verhaal niet alleen op dit forum, maar laat hem ook achter als review op Cyclokalender. Je maakt dan kans op een BORN Sportvoeding Cyclopakket t.w.v. 50 euro.
Zie https://bit.ly/2KIQwsr.
Succes met stukjesschrijven
Plaats je verhaal niet alleen op dit forum, maar laat hem ook achter als review op Cyclokalender. Je maakt dan kans op een BORN Sportvoeding Cyclopakket t.w.v. 50 euro.
Zie https://bit.ly/2KIQwsr.
Succes met stukjesschrijven
Goedkope startbewijzen voor gran fondo's, bezoek de CycloWorld SHOP
-
- Forum-lid
- Berichten: 31
- Lid geworden op: 21 mar 2016 13:31
Verslag La Marmotte 2018
Zondag 9 juli 2018 — Dit is mijn tweede Marmotte. Vorig jaar reed ik deze tocht voor het eerst met de doorgewinterde routiniers Havana, Csteenbe, Dapoker en Magoo, die talloze cyclo’s op hun tellertje hebben staan. Dat was perfect, want ik kon nog geen klepper van pannenkoek onderscheiden. Zo kon ik heerlijk uitvragen en me laten voorlichten over laatste-dag voorbereidingen, tactieken en kledingadviezen, geschreven en ongeschreven regels. En natuurlijk de positief gemeende speldenprikjes incasseren: “Wat heb jou nou allemaal op je benen zitten? Ga je soigneren, man!” Gelukkig kon ik daar een eindtijd van 6:59 tegenover zetten en iets van geloofwaardigheid oogsten.
Dit jaar ben met mijn vrouw Yvonne en met Noortje van 14 jaar oud. Yvonne gunt mij mijn hobby maar weigert — terecht — in een chalet op een berg te gaan zitten, dus we nemen een super hotel met sterren-restaurant in Uriage les Bain (wat verderop) met prachtig zwembad dat over een alpeweide-achtig stadspark uitkijkt. Ik mijn marmotte, de dames hun spa, prima deal! Dit jaar ken ik parcours en mores, maar weet ook dat ik beter kan — en moet van mezelf — dan vorig jaar.
Voorbereiding
Dit is mijn hoofdattractie voor dit jaar, en ik heb goed getraind. Veel langere tochten in de lente, met name de 200 km dijkjestocht over Noord, Merwede, Waal, Adam-Rijn en Lek een flink aantal keer gedaan — lekker makkelijk navigeren “continue on lekdijk for 80 kilometers”, zegt de garmin dan. Dik twee maanden voor Marmotte flink de interval training opgeschroefd. Klimclassic was een lekker voorbereiding, daar kon ik bij de kopgroep blijven. Maar de Redoute is geen Galibier, dat besef ik ook wel. Dit jaar was wel superdruk op werk, dus het vermogen op het omslagpunt blijft iets achter bij vorig jaar. Daar staat tegenover dat er nog maar 6 procent vet op de botten zit, ik ben een skelet met quadriceps en hamstrings geworden. Tenslotte naar de supervorm van de dag gepiekt volgens het boekje: twee weken extra gas geven en laatste 10 dagen half zo lang trainen met behoud van trainingsintensiteit.
We rijden heerlijk ontspannen naar Frankrijk, zetten op stopplaatsen onze auto naast andere karretjes met hekwerken achterop — en meteen ontstaat een leuk gesprekje. Overnachting in Dijon met bijpassend bourgondisch diner. Volgende ochtend naar de Alp, spullen ophalen meteen weg, wel pasta eten in Bourg. Zo krijgen de dames iets van het sfeertje mee, ze zien alle fietsgekke gasten half-nerveus hun pasta’s wegschrokken, fietswinkels inrennen om extra repen en gelletjes te kopen. Dan naar ons hotel, en dat bleek gouden greep. Hele avond heerlijk rustig kunnen eten en slapen, weg van alle gekte. Ik werd uitgerust wakker en stond op scherp.
De tocht
Met de eindtijd van vorig jaar stond ik in het 0-500 startvak met alle kleppers. Hier geen praatjes en grapjes, iedereen strak als een snaar. De burgemeester mag zijn obligate verhaal afdraaien dat we geen rotzooi moeten maken — dat doet gelukkig ook bijna niemand — maar niemand luistert ernaar. Een paar profs zijn van de partij (Tim Wellens) en de organisatie geeft daar hoog van op en laat zich uitgebreid met hen fotograferen. Achter hun zonnebril balen deze kerels waarschijnlijk dat ze niet in de Tour zitten. Verder alleen maar strak gesoigneerde renners, velen zonder zadeltasjes en zonder pompjes of bandjes in hun shirt. Pech is dan opgeven en volgend
weer proberen, of er is een volger of volgauto in de buurt. Weinig hoge carbonvelgen, weinig schijfremmen, alleen perfect verzorgde fietsjes. Iedereen gaat hier voor een snelle tijd; het lijkt me maar beter om niet te vragen aan je buurman of goud zijn doel is. Buurmàn, want veel vrouwen staan hier niet, maar daarover later meer.
Dan eindelijk de start — het tromgeroffel van inklikken en dan het zoemen van velgen en kettingen terwijl we zwijgend wegschieten. Meteen een gedrang van jewelste, ik doe niet mee. Bij de stuwdam, het eerste kleine klimmetje, lig ik 200 meter achter op de wagen van de organisatie en haal de helft weer in. Op het eerste stuk van de Glandon wordt meteen het kaf van het koren gescheiden. Ik heb even overwogen om te proberen bij de kopgroep aan te haken, maar het tempo is me net te straf. Vorig jaar reed ik hier 8 slagen per minuut onder mijn omslagpunt, en ik had me voorgenomen om iets harder te gaan, maar de kopgroep houd ik niet, daar kom ik net 10-15 W tekort voor. Die Glandon is echt een perfecte sorteer-machine, je zit na 3-4 kilometer tussen renners die precies jouw tempo rijden, ik zie maar één gast na 4 kilometer als een speer tussen de anderen door-slalommen — ik heb hem later niet meer gezien. Halverwege geniet ik van de eerste volle zonnestralen op mijn lijf. Daar zou ik later anders over gaan denken. Verder is de Glandon een etter, op en af, steil en vlak, ik vind die wisselingen maar niets. Ik eet en drink volgens het boekje en sta met 10 minuten op mijn tijd van vorig jaar boven. Lager gewicht en het hogere geleverd vermogen lonen. Bidons vullen en meteen door. So far so goed.
Ik ben een waardeloze daler. Vorig jaar hoorde ik volgens de lijstjes van strava tot de 3% beste klimmers en 3% slechtste dalers. De grappen dat ik sneller de Galibier beklom dan afzonk waren niet van de lucht. Dit jaar had ik daar aan gewerkt, door een paar keer stevig te dalen en door een ander frame te kopen. Mijn De Rosa King XS ligt als een blok op de weg en schud en trilt niet zoals mijn andere fiets bij hoge snelheid. Ik heb deze fiets nu een dikke maand, en bij een training in Limburg gekozen voor deze fiets, zoveel beter daalt ‘ie. Vol goede moed glijd ik op mijn klimwieltjes met goede remmen de afzink in. Ik durf nu eindelijk de remmen los te laten. Super! Tot de derde bocht: iets te veel vertrouwen in mijn remmen. Ik blokeer en slip achter en ga de bocht niet redden. Over de kop. Met lage snelheid, maar toch. Duim ligt open en nog een paar schrammen, dat valt mee. De rechter shifter heeft flinke schade en het achterwiel loopt aan. De linker shifter is ook niet helemaal meer in orde. Ik draai snel achterremmen iets losser, duw de shifters weer redelijk op hun plaats, controleer mijn shirt-zakken en spring weer op de fiets. Niets verstandiger dan meteen doorgaan, denk ik, en na 3 minuten daal ik weer met vertrouwen op tempo. Ik wordt weinig ingehaald, dat belooft wat voor de Galibier. Onder in het dorpje stop ik voor een plas. Tot mijn schrik merk ik dat mijn stuur 20 graden scheef staat. Niets van gemerkt in de afdaling. Gelukkig heb ik een goed multitooltje bij me, ik repareer het en terwijl ik dit doe attendeert een andere wildplasser me dat ik een brillenglas kwijt ben. Ook al niet doorgehad. Heerlijk spul, die adrenaline.
Falsopiano naar de Telegraphe: hopen op een snel groepje. Na een kilometer komt een tweetal langs: een vrouw in topvorm die onverstoorbaar in het wiel hangt van een haas. De haas rijdt op kop en geeft vol gas voor mevrouw. Ze praten. Ze kennen elkaar. Hop, in het wiel. En dat denken er meer. De haas moet het alleen opknappen. Iedereen ziet meteen de deal tussen mevrouw Toptijd en Haas Domestique en weet dat coute-que-coute mevrouw niet in de wind komt te zitten. Uiteindeljk zijn er twee die de kop overpakken, en de eerste wil wel even, maar de tweede gaat meteen aan zijn derailleur-afstelling prutsen als ‘ie in de wind komt. Haas vloekt en gaat weer op kop. Later heb ik ook 2 minuten kopwerk gedaan, maar verder was Haas, nou ja, verder was Haas de haas. Bij de voet van de Telegraphe dacht ik, als ongeveer de enige die kopwerk deed, laat ik nog succes en dank zeggen aan Haas, maar hij vloekt me verrot terwijl hij geparkeerd staat en mevrouw Toptijd het verder maar moet uitzoeken.
Ik pak meteen mijn tempo en ga renners oprapen. Door de valpartij zit ik tussen mindere goden en iedere minuut haal ik enkele renners in. Zo ook een Duitse Frau Spitzenzeit met haar Hase, die ik waarschuw dat de concurrentie ze op de hielen zit. Er rijden hier flink wat auto’s, waaronder ook een idiote Belg die nota bene met raampje open tegen haar lieverd op de fiets zit te wauwelen terwijl hij niet onverdienstelijk naar boven rijdt. Pleurt op, denk ik Rotterdams. De Telegraphe is heerlijk constant, en evenzo constant rijd ik naar boven. Dan dalen naar Valloire, bidons vullen, en dan dat lastige stuk tot de Kaart-De-Kat om aan het slot van de Galibier te beginnen. Daar gaat het fout na een paar kilometer: een enorme scheut kramp die 30 seconden aanhoudt. Ik schrik me rot, drink meteen een halve bidon leeg en blijft trappen, maar de vermogensmeter is onverbiddelijk. Het is inderdaad meer dan behoorlijk heet, en ik heb op het randje gefietst tot dan, 3-4 slagen onder omslagpunt. De kramp gaat niet helemaal weg tot aannde top, en uiteindelijk kom ik met lichte winst ten opzichte van vorig jaar boven. Daar is het nog rustig — de meute komt nog — en ik drink gulzig iedere beker die soldaten (vreemdelingenlegioen?) uitdelen, ik eet wat en ik ga dalen.
En dat dalen is een feest. De val ben ik vergeten, en ik zoef omlaag. Ik wordt niet veel ingehaald, enkel de Dapokers van deze wereld zoeven mij voorbij. Wel dikke tegenwind, dus tempo is niet superhoog, maar iedere kilometer ben ik blij dat ik de remmen amper aanraak. De angst is weg! Ik vlieg de tunnels door en kom met een Italiaan te zitten als dat vals plat begint bij het stuwmeer. De italiaan kent zijn pappenheimers en kijkt de hele tijd achterom of er een groep aankomt. Bij het eerste stukje omhoog, nog steeds met tegenwind, houdt hij de benen stil. Ik passeer en denk dat hij mijn wiel zal pakken, maar mijn rug is hem niet breed genoeg. Hmm, ik zit dus alleen. Hij had wel gelijk, 5 km voor Le Bourg d’Oisans komt een groepje langs met deze spaghetti-eter in het laatste wiel. Ik haak aan en stop toch bij de laatste bevoorrading voor de Alp. Ik ben bang voor kramp, drink en vul bidons en ga verder.
Onder aan de Alp durf ik eindelijk op de Garmin te kijken naar totale tijd. Ik had verlies in geneutraliseerde zone bijgehouden, en zat hier netto op zo een 5:42 bij de voet van de Alp. Dat gaf moed, een fikse verbetering ten opzichte van vorig jaar is mogelijk. Een van de eerste renners die ik opraap is de Italiaan van het vals-plat eerder — tactiek is belangrijk maar een beetje vermogen trappen ook, constateer ik tevreden. Een Australiër roept, terwijl ik in een bocht langvlieg: “Sh*t you are strong!” En dat is het enige commentaar op prestatie tijdens de hele rit. Ieder zijn eigen uitdaging, en hooguit wederzijds respect, prachtig! Ik bid dat de kramp lang weg blijft en wordt beloond: tot bocht 7 gaat het goed. Daarna begint de ellende weer, maar het boeit het me niet meer, ik ga mezelf in de vernieling rijden voor goede tijd. Ik kan door alle pijn heen nog een redelijk vermogen rijden en kom kapot over de streep. Om uit te klikken strek ik mijn been en er schiet plots zo een kramp in dat ik omval op de fiets, met schoenen in de pedalen. Ik worstel me schokkend van mijn fiets en als een vis op het droge spartel ik tot een fysio uit Uden me omdraait, benen hoog houdt en strekt. Langzaam zakt de pijn, en ik wil de goede man wel omhelzen. De powerbar-jongens die ieder een glaasje geven zijn super-aardig en halen electrolyten-drank. Ik krabbel overeind. Zoet is loon naar werken: 6:41 op de meet. Bijna 20 minuten beter. Voorlopig bij de eerste 150. Niet gek voor achter in de veertig.
Als een slak daal ik met verkrampte poten omlaag. Niet veel later lig ik met schrammen en al in het heerlijk zwembad in Uriage les Bains me te verheugen op de heerlijke wijn die komen gaat. Wat een feest dit! De volgende ochtend cash ook ik het genot van een spa-hotel en laat mijn poten uitgebreid masseren. Terwijl mijn quads en hamstrings stevig wordt losgemaakt begin ik al te denken. Volgend jaar weer? Kan het sneller?
Zondag 9 juli 2018 — Dit is mijn tweede Marmotte. Vorig jaar reed ik deze tocht voor het eerst met de doorgewinterde routiniers Havana, Csteenbe, Dapoker en Magoo, die talloze cyclo’s op hun tellertje hebben staan. Dat was perfect, want ik kon nog geen klepper van pannenkoek onderscheiden. Zo kon ik heerlijk uitvragen en me laten voorlichten over laatste-dag voorbereidingen, tactieken en kledingadviezen, geschreven en ongeschreven regels. En natuurlijk de positief gemeende speldenprikjes incasseren: “Wat heb jou nou allemaal op je benen zitten? Ga je soigneren, man!” Gelukkig kon ik daar een eindtijd van 6:59 tegenover zetten en iets van geloofwaardigheid oogsten.
Dit jaar ben met mijn vrouw Yvonne en met Noortje van 14 jaar oud. Yvonne gunt mij mijn hobby maar weigert — terecht — in een chalet op een berg te gaan zitten, dus we nemen een super hotel met sterren-restaurant in Uriage les Bain (wat verderop) met prachtig zwembad dat over een alpeweide-achtig stadspark uitkijkt. Ik mijn marmotte, de dames hun spa, prima deal! Dit jaar ken ik parcours en mores, maar weet ook dat ik beter kan — en moet van mezelf — dan vorig jaar.
Voorbereiding
Dit is mijn hoofdattractie voor dit jaar, en ik heb goed getraind. Veel langere tochten in de lente, met name de 200 km dijkjestocht over Noord, Merwede, Waal, Adam-Rijn en Lek een flink aantal keer gedaan — lekker makkelijk navigeren “continue on lekdijk for 80 kilometers”, zegt de garmin dan. Dik twee maanden voor Marmotte flink de interval training opgeschroefd. Klimclassic was een lekker voorbereiding, daar kon ik bij de kopgroep blijven. Maar de Redoute is geen Galibier, dat besef ik ook wel. Dit jaar was wel superdruk op werk, dus het vermogen op het omslagpunt blijft iets achter bij vorig jaar. Daar staat tegenover dat er nog maar 6 procent vet op de botten zit, ik ben een skelet met quadriceps en hamstrings geworden. Tenslotte naar de supervorm van de dag gepiekt volgens het boekje: twee weken extra gas geven en laatste 10 dagen half zo lang trainen met behoud van trainingsintensiteit.
We rijden heerlijk ontspannen naar Frankrijk, zetten op stopplaatsen onze auto naast andere karretjes met hekwerken achterop — en meteen ontstaat een leuk gesprekje. Overnachting in Dijon met bijpassend bourgondisch diner. Volgende ochtend naar de Alp, spullen ophalen meteen weg, wel pasta eten in Bourg. Zo krijgen de dames iets van het sfeertje mee, ze zien alle fietsgekke gasten half-nerveus hun pasta’s wegschrokken, fietswinkels inrennen om extra repen en gelletjes te kopen. Dan naar ons hotel, en dat bleek gouden greep. Hele avond heerlijk rustig kunnen eten en slapen, weg van alle gekte. Ik werd uitgerust wakker en stond op scherp.
De tocht
Met de eindtijd van vorig jaar stond ik in het 0-500 startvak met alle kleppers. Hier geen praatjes en grapjes, iedereen strak als een snaar. De burgemeester mag zijn obligate verhaal afdraaien dat we geen rotzooi moeten maken — dat doet gelukkig ook bijna niemand — maar niemand luistert ernaar. Een paar profs zijn van de partij (Tim Wellens) en de organisatie geeft daar hoog van op en laat zich uitgebreid met hen fotograferen. Achter hun zonnebril balen deze kerels waarschijnlijk dat ze niet in de Tour zitten. Verder alleen maar strak gesoigneerde renners, velen zonder zadeltasjes en zonder pompjes of bandjes in hun shirt. Pech is dan opgeven en volgend
weer proberen, of er is een volger of volgauto in de buurt. Weinig hoge carbonvelgen, weinig schijfremmen, alleen perfect verzorgde fietsjes. Iedereen gaat hier voor een snelle tijd; het lijkt me maar beter om niet te vragen aan je buurman of goud zijn doel is. Buurmàn, want veel vrouwen staan hier niet, maar daarover later meer.
Dan eindelijk de start — het tromgeroffel van inklikken en dan het zoemen van velgen en kettingen terwijl we zwijgend wegschieten. Meteen een gedrang van jewelste, ik doe niet mee. Bij de stuwdam, het eerste kleine klimmetje, lig ik 200 meter achter op de wagen van de organisatie en haal de helft weer in. Op het eerste stuk van de Glandon wordt meteen het kaf van het koren gescheiden. Ik heb even overwogen om te proberen bij de kopgroep aan te haken, maar het tempo is me net te straf. Vorig jaar reed ik hier 8 slagen per minuut onder mijn omslagpunt, en ik had me voorgenomen om iets harder te gaan, maar de kopgroep houd ik niet, daar kom ik net 10-15 W tekort voor. Die Glandon is echt een perfecte sorteer-machine, je zit na 3-4 kilometer tussen renners die precies jouw tempo rijden, ik zie maar één gast na 4 kilometer als een speer tussen de anderen door-slalommen — ik heb hem later niet meer gezien. Halverwege geniet ik van de eerste volle zonnestralen op mijn lijf. Daar zou ik later anders over gaan denken. Verder is de Glandon een etter, op en af, steil en vlak, ik vind die wisselingen maar niets. Ik eet en drink volgens het boekje en sta met 10 minuten op mijn tijd van vorig jaar boven. Lager gewicht en het hogere geleverd vermogen lonen. Bidons vullen en meteen door. So far so goed.
Ik ben een waardeloze daler. Vorig jaar hoorde ik volgens de lijstjes van strava tot de 3% beste klimmers en 3% slechtste dalers. De grappen dat ik sneller de Galibier beklom dan afzonk waren niet van de lucht. Dit jaar had ik daar aan gewerkt, door een paar keer stevig te dalen en door een ander frame te kopen. Mijn De Rosa King XS ligt als een blok op de weg en schud en trilt niet zoals mijn andere fiets bij hoge snelheid. Ik heb deze fiets nu een dikke maand, en bij een training in Limburg gekozen voor deze fiets, zoveel beter daalt ‘ie. Vol goede moed glijd ik op mijn klimwieltjes met goede remmen de afzink in. Ik durf nu eindelijk de remmen los te laten. Super! Tot de derde bocht: iets te veel vertrouwen in mijn remmen. Ik blokeer en slip achter en ga de bocht niet redden. Over de kop. Met lage snelheid, maar toch. Duim ligt open en nog een paar schrammen, dat valt mee. De rechter shifter heeft flinke schade en het achterwiel loopt aan. De linker shifter is ook niet helemaal meer in orde. Ik draai snel achterremmen iets losser, duw de shifters weer redelijk op hun plaats, controleer mijn shirt-zakken en spring weer op de fiets. Niets verstandiger dan meteen doorgaan, denk ik, en na 3 minuten daal ik weer met vertrouwen op tempo. Ik wordt weinig ingehaald, dat belooft wat voor de Galibier. Onder in het dorpje stop ik voor een plas. Tot mijn schrik merk ik dat mijn stuur 20 graden scheef staat. Niets van gemerkt in de afdaling. Gelukkig heb ik een goed multitooltje bij me, ik repareer het en terwijl ik dit doe attendeert een andere wildplasser me dat ik een brillenglas kwijt ben. Ook al niet doorgehad. Heerlijk spul, die adrenaline.
Falsopiano naar de Telegraphe: hopen op een snel groepje. Na een kilometer komt een tweetal langs: een vrouw in topvorm die onverstoorbaar in het wiel hangt van een haas. De haas rijdt op kop en geeft vol gas voor mevrouw. Ze praten. Ze kennen elkaar. Hop, in het wiel. En dat denken er meer. De haas moet het alleen opknappen. Iedereen ziet meteen de deal tussen mevrouw Toptijd en Haas Domestique en weet dat coute-que-coute mevrouw niet in de wind komt te zitten. Uiteindeljk zijn er twee die de kop overpakken, en de eerste wil wel even, maar de tweede gaat meteen aan zijn derailleur-afstelling prutsen als ‘ie in de wind komt. Haas vloekt en gaat weer op kop. Later heb ik ook 2 minuten kopwerk gedaan, maar verder was Haas, nou ja, verder was Haas de haas. Bij de voet van de Telegraphe dacht ik, als ongeveer de enige die kopwerk deed, laat ik nog succes en dank zeggen aan Haas, maar hij vloekt me verrot terwijl hij geparkeerd staat en mevrouw Toptijd het verder maar moet uitzoeken.
Ik pak meteen mijn tempo en ga renners oprapen. Door de valpartij zit ik tussen mindere goden en iedere minuut haal ik enkele renners in. Zo ook een Duitse Frau Spitzenzeit met haar Hase, die ik waarschuw dat de concurrentie ze op de hielen zit. Er rijden hier flink wat auto’s, waaronder ook een idiote Belg die nota bene met raampje open tegen haar lieverd op de fiets zit te wauwelen terwijl hij niet onverdienstelijk naar boven rijdt. Pleurt op, denk ik Rotterdams. De Telegraphe is heerlijk constant, en evenzo constant rijd ik naar boven. Dan dalen naar Valloire, bidons vullen, en dan dat lastige stuk tot de Kaart-De-Kat om aan het slot van de Galibier te beginnen. Daar gaat het fout na een paar kilometer: een enorme scheut kramp die 30 seconden aanhoudt. Ik schrik me rot, drink meteen een halve bidon leeg en blijft trappen, maar de vermogensmeter is onverbiddelijk. Het is inderdaad meer dan behoorlijk heet, en ik heb op het randje gefietst tot dan, 3-4 slagen onder omslagpunt. De kramp gaat niet helemaal weg tot aannde top, en uiteindelijk kom ik met lichte winst ten opzichte van vorig jaar boven. Daar is het nog rustig — de meute komt nog — en ik drink gulzig iedere beker die soldaten (vreemdelingenlegioen?) uitdelen, ik eet wat en ik ga dalen.
En dat dalen is een feest. De val ben ik vergeten, en ik zoef omlaag. Ik wordt niet veel ingehaald, enkel de Dapokers van deze wereld zoeven mij voorbij. Wel dikke tegenwind, dus tempo is niet superhoog, maar iedere kilometer ben ik blij dat ik de remmen amper aanraak. De angst is weg! Ik vlieg de tunnels door en kom met een Italiaan te zitten als dat vals plat begint bij het stuwmeer. De italiaan kent zijn pappenheimers en kijkt de hele tijd achterom of er een groep aankomt. Bij het eerste stukje omhoog, nog steeds met tegenwind, houdt hij de benen stil. Ik passeer en denk dat hij mijn wiel zal pakken, maar mijn rug is hem niet breed genoeg. Hmm, ik zit dus alleen. Hij had wel gelijk, 5 km voor Le Bourg d’Oisans komt een groepje langs met deze spaghetti-eter in het laatste wiel. Ik haak aan en stop toch bij de laatste bevoorrading voor de Alp. Ik ben bang voor kramp, drink en vul bidons en ga verder.
Onder aan de Alp durf ik eindelijk op de Garmin te kijken naar totale tijd. Ik had verlies in geneutraliseerde zone bijgehouden, en zat hier netto op zo een 5:42 bij de voet van de Alp. Dat gaf moed, een fikse verbetering ten opzichte van vorig jaar is mogelijk. Een van de eerste renners die ik opraap is de Italiaan van het vals-plat eerder — tactiek is belangrijk maar een beetje vermogen trappen ook, constateer ik tevreden. Een Australiër roept, terwijl ik in een bocht langvlieg: “Sh*t you are strong!” En dat is het enige commentaar op prestatie tijdens de hele rit. Ieder zijn eigen uitdaging, en hooguit wederzijds respect, prachtig! Ik bid dat de kramp lang weg blijft en wordt beloond: tot bocht 7 gaat het goed. Daarna begint de ellende weer, maar het boeit het me niet meer, ik ga mezelf in de vernieling rijden voor goede tijd. Ik kan door alle pijn heen nog een redelijk vermogen rijden en kom kapot over de streep. Om uit te klikken strek ik mijn been en er schiet plots zo een kramp in dat ik omval op de fiets, met schoenen in de pedalen. Ik worstel me schokkend van mijn fiets en als een vis op het droge spartel ik tot een fysio uit Uden me omdraait, benen hoog houdt en strekt. Langzaam zakt de pijn, en ik wil de goede man wel omhelzen. De powerbar-jongens die ieder een glaasje geven zijn super-aardig en halen electrolyten-drank. Ik krabbel overeind. Zoet is loon naar werken: 6:41 op de meet. Bijna 20 minuten beter. Voorlopig bij de eerste 150. Niet gek voor achter in de veertig.
Als een slak daal ik met verkrampte poten omlaag. Niet veel later lig ik met schrammen en al in het heerlijk zwembad in Uriage les Bains me te verheugen op de heerlijke wijn die komen gaat. Wat een feest dit! De volgende ochtend cash ook ik het genot van een spa-hotel en laat mijn poten uitgebreid masseren. Terwijl mijn quads en hamstrings stevig wordt losgemaakt begin ik al te denken. Volgend jaar weer? Kan het sneller?
Laatst gewijzigd door michielkreutzer op 23 aug 2018 16:54, 2 keer totaal gewijzigd.
Heerlijk verslag, tolle Leistung ondanks die valpartij!!
Mooi verhaal Michiel.
Ben ik blij dat ik niet bij je in het wiel heb te hoeven te zitten te wezen.
Kom nog maar eens een lesje dalen halen hier in het Zuiden. Eindig je volgend jaar - tussen al het jonge grut - bij de eerste honderd
Ben ik blij dat ik niet bij je in het wiel heb te hoeven te zitten te wezen.
Kom nog maar eens een lesje dalen halen hier in het Zuiden. Eindig je volgend jaar - tussen al het jonge grut - bij de eerste honderd
Voor de mooiste fiets-blog:
http://www.pokergraphics.com/koersvandedag/" onclick="window.open(this.href);return false;
http://www.pokergraphics.com/koersvandedag/" onclick="window.open(this.href);return false;
Mooi verhaal en een klasse tijd, Michiel!
Mijn eigen Marmotte liep een beetje op een deceptie uit. Ik ben iemand die heel slecht tegen hitte bij inspanning kan en in de tweede helft van de Glandon zat ik al overmatig te zweten (ondanks dat ik rustig de col opging). In het Maurienne-dal werd het alleen maar erger. Er viel niet tegen te drinken met erge krampen aan het begin van de Telegraphe als gevolg. Daarna alles gedronken wat ik had plus een refill van mijn bidon van een van de motards, wat zouts gegeten en gestrekt. Maar elke keer als ik aanzette, schoot de kramp er weer in. Uiteindelijk maar de hulptroepen ingeschakeld en met de auto teruggegaan naar Bourg d'Oisans...
De ervaring van het eerste stuk was wel top, om met zoveel renners de Glandon op te gaan, zonder autoverkeer. En natuurlijk de motorbegeleiding en seingevers overal, toch een beetje dat profgevoel Afdaling van de Glandon was ook een belevenis: nog nooit zoveel klapbanden gezien...
Mijn eigen Marmotte liep een beetje op een deceptie uit. Ik ben iemand die heel slecht tegen hitte bij inspanning kan en in de tweede helft van de Glandon zat ik al overmatig te zweten (ondanks dat ik rustig de col opging). In het Maurienne-dal werd het alleen maar erger. Er viel niet tegen te drinken met erge krampen aan het begin van de Telegraphe als gevolg. Daarna alles gedronken wat ik had plus een refill van mijn bidon van een van de motards, wat zouts gegeten en gestrekt. Maar elke keer als ik aanzette, schoot de kramp er weer in. Uiteindelijk maar de hulptroepen ingeschakeld en met de auto teruggegaan naar Bourg d'Oisans...
De ervaring van het eerste stuk was wel top, om met zoveel renners de Glandon op te gaan, zonder autoverkeer. En natuurlijk de motorbegeleiding en seingevers overal, toch een beetje dat profgevoel Afdaling van de Glandon was ook een belevenis: nog nooit zoveel klapbanden gezien...
- daniel1975
- Forum-lid HC
- Berichten: 40086
- Lid geworden op: 11 nov 2004 14:14
Mooie verhalen komen weer binnen.
Vrees dat ik toch zelf ook nog eens moet
Vrees dat ik toch zelf ook nog eens moet
Less is bore
Klasse Michiel en ik heb genoten van je verslag. Top 100 gaat je nog wel eens lukken. Ervaring gaat je ook veel voordeel opleveren!
Respect voor alle uitrijders en voor wie dat niet gelukt is, volgende keer beter! Wat ik niet begrijp is dat ik hier lees dat mensen afstappen omdat goud niet meer haalbaar is., alsof uitrijden niet telt!
Respect voor alle uitrijders en voor wie dat niet gelukt is, volgende keer beter! Wat ik niet begrijp is dat ik hier lees dat mensen afstappen omdat goud niet meer haalbaar is., alsof uitrijden niet telt!
Cannondale SuperSix EVO, Sram Red
Scott Addict R1, DA 7900
Cannondale F29 Alloy 2 SLX/XT
Scott Addict R1, DA 7900
Cannondale F29 Alloy 2 SLX/XT
Een heel epistel:
Inmiddels thuis kan ik eens mooi terugkijken op de Marmotte…
Na 10 dagen en goed 900km in de Franse Alpen is het tijd voor de afsluitende “hoogmis”, de Marmotte, dit jaar het belangrijkste fietsdoel. Naast de generale repetitie tijdens de Vaujany vorige week mijn tweede cyclo dit jaar.
Het is zondagochtend, de wekker gaat om half 6. Ik word wakker en ben gelijk gefocust! Vandaag is het zover! En wonderlijk, ik heb een goede nacht slaap gehad. Dat is voor het eerst voor een cyclo. Weer een excuus minder! Om 10 over half 7 sta ik in mijn startvak, na vorig jaar nu nummer 1577 gekregen en mag om 07:00 al los. Ik sta ongeveer halverwege, prima plekje denk ik. Ik kijk wat materiaal om me heen, eigenlijk hetzelfde wat ik hele week al zie. Veel Pinarello, Cannondale en Specialized/S-works, daarop veel Denen, Britten en Nederlandstaligen.
Ik overpeins mijn pad naar de Marmotte 2018, die begon slechts een uur na die van 2017. Clubgenoot Eric vraagt, ik wordt volgens jaar 60 wil podium rijden proberen. Ga je mee?? Ik zeg hem dan dat ik er over moet nadenken, ik heb nog tot november. In september rij ik met clubgenoot Sanne en zij wil ook, dan besluit ik: we gaan. Met zijn 3-en schrijven we in, ik begin in januari met frisse tegenzin met de echte voorbereiding en dat gaat snel goed. Helaas hoor ik in april dat Eric vanwege werk en privé toch niet mee gaat. Kl*T*, ik baal flink en ga maar een verblijfplek voor mezelf regelen aangezien Sanne alles met haar ouders regelt. Begin mei alles geregeld..
Inmiddels 8 juli, dik 9000 km achter de rug. Bijna allemaal vlak, slechts twee keer Limburg en geen Eifel/Ardennen. Alleen 1,5 week voor de Marmotte (zoals gezegd 900km). Wel redelijk geacclimatiseerd dus. Ik ben er dan ook echt klaar voor! Ik krijg helaas niks mis mee van al het relaas bij de start als ineens voor ons beweging ontstaat. Pas om 7:08 rij ik over de start, ik start mijn Garmin op naar een verbetering van 7:48 van 2017.
De eerste 10 naar de Glandon, het gaat hard met 40 gemiddeld kom ik aan de stuwdam. Ik pak mijn eigen tempo en vind nog een groepje voor de volgende vlakke paar kilometers. 5km later, gemiddeld nog steeds dik 30 gaat het echt beginnen. De eerste steile stroken van de Glandon. Ik fiets op gevoel, hartslagmeter faalt alweer en vermorgen gebruik ik nog niet zo lang. Maar ik fiets voor mijn gevoel niet te hard, vlak voor Rivier kom ik Sanne tegen. Ze had nummer 54 gekregen, ik wens haar succes en rij door. Door Rivier heen, flink doortrappen en hard het afdalinkje in. Zoveel mogelijk snelheid omhoog, niet iedereen doet dat en moet dus flink slalommen om zolang mogelijk die snelheid te gebruiken, even later volgende afdaling zelfde verhaal. Na deze stroken komen de eerste haarspelden en zijn de echt steile delen achter de rug, Na de het stuwmeer weer afdalen, het valt me op dat hier al bevoorrading staat van reisorganisaties. Vorig jaar niet gezien (opgevallen?), op de top stop ik. Ik lap de garmin en zie dat ik in 1:53 boven ben, ongeveer 5 minuten voor op vorig jaar. Lekker! Ik vul 1 bidon en daal af, besluit snel nog even af te wateren. De afdaling gaat prima, eerste stuk snel want weinig mensen. Wat lager zijn er meer mensen, ik besluit met ze te dalen om het stuk naar de Telegraph te overleven. Ik ga dan ook gelijk over de tijdsmat, ongeveer een half uur over gedaan. Het is inderdaad een leuke groep, alleen wil er bijna niemand echt rijden. Het gaat voor mijn gevoel heel langzaam, maar overnemen? Ja even een kopbeurt doe ik wel, net zo lang als de anderen. De groep blijkt ruim 50 man te bevatten en ik laat me flink afzakken om energie te sparen, goed idee! Aan de voet van de Telegraph de andere lege bidon vullen en rustig door. Vanaf de voet 12km klimmen, de gelijkmatige klim gaat prima en ik fiets best hard omhoog. Op de top heb ik aardig wat mensen ingehaald en ruim 20 minuten voor op vorig jaar. Hmm, we zullen zien denk ik.
Snel door naar Valloire, ik heb eerst een paar man in het wiel. Ik weet alleen dat ik nergens hoef te remmen dus ben ze allemaal zo kwijt. Na een paar minuten al in Valloire, ik weet dat de bevoorrading na de eerste paar kilometers pas ligt. Ik rij hier lekker heen, een andere Nederlander vraagt me of ik het “hot” vind? Nou antwoord ik in het Nederlands, hier niet. Hier kan ik er wel tegen, wat hoger nog niet te laat op de dag. Alleen die Alpe straks antwoord ik. Even later snel de bidons vullen en een stukje banaan pakken en weer door. De Galibier! Het mooiste van de dag, zwaar maar fantastische omgeving. Ik geniet er elke meter van, en dat motiveert zeker om te blijven trappen. Zo af en toe wordt ik ingehaald en haal ik mensen in, aangezien ik in de eerste startgroep zat zie ik hier nog niet echt mensen lijden. Met ongeveer 25 minuten voorsprong op vorig jaar ben ik op de top. Ik drink voor de derde keer in een week (en 10 jaar) een cola die ervoor zorgt dat de maag kalm blijft.
Ik trek mijn windstopper aan, wat achteraf misschien niet nodig was. Ik daal relatief rustig af, ik zit weer bij wat anderen en gebruik die graag op Lautaret-Bourg. Helaas, draaien willen ze wel maar trappen niet. Ik ben ze dan ook snel kwijt. Rond La Grave ontstaat er toch een groep, ik doe een beurt op kop, moet kunnen! Langs het meer loopt het even op, de groep blijft min of meer bij elkaar en samen gaan we de dam over. Bij het volgende oplopende deel kan ik het niet bijbenen en rij mijn tempo door. Ter hoogte van de parkeerplaats wordt er geroepen: Kom op Prinsenbeek, iemand herkent mijn shirt. Ik ga er niet harder van, maar het voelt goed. Boven op het pukkeltje heb ik een kleine achterstand. In de rest van de afdaling besluit ik hard te gaan om weer bij te komen. Eigenlijk lukt dit makkelijk. Met een man of 20 komen we op het vlakke stuk. Weer maar een paar die iets willen doen, ik doen een kopbeurtje maar laat de rest lopen. Het zal me wat! Bij de rotonde vers water halen en door. Vlak voor de Alpe zie ik de moeder van Sanne staan en geef alles af wat ik niet meer nodig heb (teveel kleding). Zonder deze ballast val ik Alpe aan, de eerste twee kilometer gaan prima ik kan nog steeds hard trappen.
Ik had alleen de man met de hamer daar niet zien staan, oef wat een klap ineens! Ineens wil het niet meer, waar ik de hele dag aardige wattages draaide (240-280 op glandon/galibier) haal ik ineens de 200 niet meer. AU, moet ik echt??!!! Het enige wat ik kan en wil doen is blijven trappen, niet stoppen denk ik! Maar op een gegeven moment moet ik echt even, in de schaduw pak ik even een momentje. Niet lang, nog geen minuut. De eerste 100 meters voelt dat goed, daarna weer datzelfde. AU!!! Net na bocht 8 heb ik weer schaduw aan mijn kant van de weg en stop even. Niet wetende dat een paar 100 meter verder in bocht 7 de verlichting wacht. Een waterpunt met tuinslang, ik stop hier. Ik spoel mijn armen af en koel lekker af, mijn benen ook een beetje en vers water in de bidon! Ik wil weer! Ik ga verder en heb het ineens koud! Ook nog tegenwind op die rotklim, niet goed voor de snelheid wel top voor de temperatuur. Gelukkig zie ik om mij heen hetzelfde, lijden, hitte, zweet. Ik ga niet harder dan voor de stop in bocht 7 maar het voelt beter. In Huez staan een stel maffe Nederlanders met Andre Hazes uit de speakers, bloed, zweet en tranen. Nou bloed niet, zweet heel veel en tranen komen misschien nog. Ik kan nu blijven trappen ook al wordt ik met enige regelmaat ingehaald. Inhalen zit er nauwelijks in, iedereen lijkt harder te gaan. Vorig jaar was het andersom, nu voelt het minder leuk… Blijven trappen, en ondanks alles opschakelen in de (bij voorkeur binnenbocht) haarspelden en heel even versnellen. Dat doet bijna niemand. Toch iets om moed uit te putten! In bocht twee weer foto’s van Breton, weer een binnenbocht. Nog 1!! Het gaat nog niet harder, maar ik weet dat het er bijna op zit! Vlak voor Veil Alpe haal ik nog iemand in, een Italiaan. Hij vraagt water aan de vrouw langs de kant, hij krijgt het. Het halve liter flesje gaat over hem heen, als er nog wat in zit steek ik mijn arm uit. Ik krijg de rest, doe hetzelfde als de beste man. Hij stelt zich voor, ik vergeet zijn naam direct. Sorry daarvoor! In de tunnel doe ik hetzelfde als tijdens de Grimpee twee dagen eerder, vol gas! Alleen nu weet ik echt wat er nog komt. Op pure wilskracht, die er misschien in kilometer twee ook had kunnen zijn ram ik de twee pukkeltjes op. De Italiaan gaat achter me aan en roept: REMEMBER THE WATER! Ik denk prima vent, als je in mij wiel zit mag je eerder de finish over. Ik haal nog een paar mensen in, ze willen wel aansluiten maar lukken doet het niet. De Italiaan rij ik ook weg, in het afdalinkje ram ik vol daar, de finish over! Yes! Ik stop de Garmin en zie dat ik ongeveer een kwartier sneller moet zijn. Ik stop en hijg even uit. Ik krijg een high five van de Italiaan, hij kan het wel waarderen!
Inmiddels een uur later, ik heb twee happen pasta, de salade, broodje met camambert en een blikje cola en wordt weer echt mens! Ik vind na wat zoeken de vader van Sanne, de tijden zijn bijgesteld hoor ik iemand zitten. Owh, mijn 7:08 volgens het diploma lijkt mij ook onwaarschijnlijk dus ik ga terug voor een nieuwe. 07:33, inderdaad een kwartier sneller. Ik wilde 30 minuten maar gezien de omstandigheden kan ik niet klagen. Het is wachten op Sanne, ze is rond 17:00 boven met een 8:52. Goud voor haar, top! Ze vertelt over wat valpartijen die ze gezien heeft. Gelukkig heb ik die niet gezien, wel lekke banden. Terwijl we het erover hebben komt er een kerel boven, zijn shirt mist de rechtermouw en een deel van de rug, een flinke brandwond op zijn schouder.. Het ergste zien we voor hem 20 meter later, zijn linkerbroekspijp hangt los om zijn been heen. Zijn zeem zit achter nog nauwelijks vast. Zijn linkerarm is ingepakt, hij ziet er niet uit. Maar heeft wel uitgereden! Wat een held, en mafkees!
Rond 18:00 rijden we naar beneden, even mijn achtergelaten spullen ophalen. De Alpe lijkt wel een slagveld, ziekenhuis. Er zijn zeker fitte mensen, die zien er uit alsof ze wisten dat het 12 uur ging duren en ze het warm gingen krijgen. Maar meer zijn er mensen die zwalken, langs de kant zitten en er slecht uit zien! Mensen komen onder watervallen vandaan, afkoelen op elke manier mogelijk.
Ik rij onder de indruk terug naar mijn appartement, besluit snel te douchen en spullen te wassen. Ben weer goed bijgekomen. Ik ga BBQ-en in een hotel in het dorp, daar hoor ik het slechtste verhaal van allen. Een kerel die op zijn rug op weg ligt termijn hij gereanimeerd wordt door ambulance medewerkers… Geen idee hoe dat is afgelopen.
Iedereen heeft ook hetzelfde verhaal, of hij/zij er 6 of 12 uur over gedaan heeft. Tot de Alpe ging het prima.
Samenvattend: Fantastische dag, met enkele bijzondere herinneringen. Bijna niemand in te grote kleding. Veel dure fietsen, steeds meer schijfremmen. Veel mooie vrouwen, maar dit viel mij vooral na de finish pas op. De meeste starten toch achter me. Om 16:00 hoorde ik dat er pas 5300 op de top van Galibier waren, zoveel zijn er uiteindelijk ongeveer gefinisht. Een zwaardere editie dan vorig jaar, toen met 7:48 1200e overal. Nu zou ik dan 800e zijn.
Volgend jaar wat anders!
https://www.strava.com/activities/1689436258/
Inmiddels thuis kan ik eens mooi terugkijken op de Marmotte…
Na 10 dagen en goed 900km in de Franse Alpen is het tijd voor de afsluitende “hoogmis”, de Marmotte, dit jaar het belangrijkste fietsdoel. Naast de generale repetitie tijdens de Vaujany vorige week mijn tweede cyclo dit jaar.
Het is zondagochtend, de wekker gaat om half 6. Ik word wakker en ben gelijk gefocust! Vandaag is het zover! En wonderlijk, ik heb een goede nacht slaap gehad. Dat is voor het eerst voor een cyclo. Weer een excuus minder! Om 10 over half 7 sta ik in mijn startvak, na vorig jaar nu nummer 1577 gekregen en mag om 07:00 al los. Ik sta ongeveer halverwege, prima plekje denk ik. Ik kijk wat materiaal om me heen, eigenlijk hetzelfde wat ik hele week al zie. Veel Pinarello, Cannondale en Specialized/S-works, daarop veel Denen, Britten en Nederlandstaligen.
Ik overpeins mijn pad naar de Marmotte 2018, die begon slechts een uur na die van 2017. Clubgenoot Eric vraagt, ik wordt volgens jaar 60 wil podium rijden proberen. Ga je mee?? Ik zeg hem dan dat ik er over moet nadenken, ik heb nog tot november. In september rij ik met clubgenoot Sanne en zij wil ook, dan besluit ik: we gaan. Met zijn 3-en schrijven we in, ik begin in januari met frisse tegenzin met de echte voorbereiding en dat gaat snel goed. Helaas hoor ik in april dat Eric vanwege werk en privé toch niet mee gaat. Kl*T*, ik baal flink en ga maar een verblijfplek voor mezelf regelen aangezien Sanne alles met haar ouders regelt. Begin mei alles geregeld..
Inmiddels 8 juli, dik 9000 km achter de rug. Bijna allemaal vlak, slechts twee keer Limburg en geen Eifel/Ardennen. Alleen 1,5 week voor de Marmotte (zoals gezegd 900km). Wel redelijk geacclimatiseerd dus. Ik ben er dan ook echt klaar voor! Ik krijg helaas niks mis mee van al het relaas bij de start als ineens voor ons beweging ontstaat. Pas om 7:08 rij ik over de start, ik start mijn Garmin op naar een verbetering van 7:48 van 2017.
De eerste 10 naar de Glandon, het gaat hard met 40 gemiddeld kom ik aan de stuwdam. Ik pak mijn eigen tempo en vind nog een groepje voor de volgende vlakke paar kilometers. 5km later, gemiddeld nog steeds dik 30 gaat het echt beginnen. De eerste steile stroken van de Glandon. Ik fiets op gevoel, hartslagmeter faalt alweer en vermorgen gebruik ik nog niet zo lang. Maar ik fiets voor mijn gevoel niet te hard, vlak voor Rivier kom ik Sanne tegen. Ze had nummer 54 gekregen, ik wens haar succes en rij door. Door Rivier heen, flink doortrappen en hard het afdalinkje in. Zoveel mogelijk snelheid omhoog, niet iedereen doet dat en moet dus flink slalommen om zolang mogelijk die snelheid te gebruiken, even later volgende afdaling zelfde verhaal. Na deze stroken komen de eerste haarspelden en zijn de echt steile delen achter de rug, Na de het stuwmeer weer afdalen, het valt me op dat hier al bevoorrading staat van reisorganisaties. Vorig jaar niet gezien (opgevallen?), op de top stop ik. Ik lap de garmin en zie dat ik in 1:53 boven ben, ongeveer 5 minuten voor op vorig jaar. Lekker! Ik vul 1 bidon en daal af, besluit snel nog even af te wateren. De afdaling gaat prima, eerste stuk snel want weinig mensen. Wat lager zijn er meer mensen, ik besluit met ze te dalen om het stuk naar de Telegraph te overleven. Ik ga dan ook gelijk over de tijdsmat, ongeveer een half uur over gedaan. Het is inderdaad een leuke groep, alleen wil er bijna niemand echt rijden. Het gaat voor mijn gevoel heel langzaam, maar overnemen? Ja even een kopbeurt doe ik wel, net zo lang als de anderen. De groep blijkt ruim 50 man te bevatten en ik laat me flink afzakken om energie te sparen, goed idee! Aan de voet van de Telegraph de andere lege bidon vullen en rustig door. Vanaf de voet 12km klimmen, de gelijkmatige klim gaat prima en ik fiets best hard omhoog. Op de top heb ik aardig wat mensen ingehaald en ruim 20 minuten voor op vorig jaar. Hmm, we zullen zien denk ik.
Snel door naar Valloire, ik heb eerst een paar man in het wiel. Ik weet alleen dat ik nergens hoef te remmen dus ben ze allemaal zo kwijt. Na een paar minuten al in Valloire, ik weet dat de bevoorrading na de eerste paar kilometers pas ligt. Ik rij hier lekker heen, een andere Nederlander vraagt me of ik het “hot” vind? Nou antwoord ik in het Nederlands, hier niet. Hier kan ik er wel tegen, wat hoger nog niet te laat op de dag. Alleen die Alpe straks antwoord ik. Even later snel de bidons vullen en een stukje banaan pakken en weer door. De Galibier! Het mooiste van de dag, zwaar maar fantastische omgeving. Ik geniet er elke meter van, en dat motiveert zeker om te blijven trappen. Zo af en toe wordt ik ingehaald en haal ik mensen in, aangezien ik in de eerste startgroep zat zie ik hier nog niet echt mensen lijden. Met ongeveer 25 minuten voorsprong op vorig jaar ben ik op de top. Ik drink voor de derde keer in een week (en 10 jaar) een cola die ervoor zorgt dat de maag kalm blijft.
Ik trek mijn windstopper aan, wat achteraf misschien niet nodig was. Ik daal relatief rustig af, ik zit weer bij wat anderen en gebruik die graag op Lautaret-Bourg. Helaas, draaien willen ze wel maar trappen niet. Ik ben ze dan ook snel kwijt. Rond La Grave ontstaat er toch een groep, ik doe een beurt op kop, moet kunnen! Langs het meer loopt het even op, de groep blijft min of meer bij elkaar en samen gaan we de dam over. Bij het volgende oplopende deel kan ik het niet bijbenen en rij mijn tempo door. Ter hoogte van de parkeerplaats wordt er geroepen: Kom op Prinsenbeek, iemand herkent mijn shirt. Ik ga er niet harder van, maar het voelt goed. Boven op het pukkeltje heb ik een kleine achterstand. In de rest van de afdaling besluit ik hard te gaan om weer bij te komen. Eigenlijk lukt dit makkelijk. Met een man of 20 komen we op het vlakke stuk. Weer maar een paar die iets willen doen, ik doen een kopbeurtje maar laat de rest lopen. Het zal me wat! Bij de rotonde vers water halen en door. Vlak voor de Alpe zie ik de moeder van Sanne staan en geef alles af wat ik niet meer nodig heb (teveel kleding). Zonder deze ballast val ik Alpe aan, de eerste twee kilometer gaan prima ik kan nog steeds hard trappen.
Ik had alleen de man met de hamer daar niet zien staan, oef wat een klap ineens! Ineens wil het niet meer, waar ik de hele dag aardige wattages draaide (240-280 op glandon/galibier) haal ik ineens de 200 niet meer. AU, moet ik echt??!!! Het enige wat ik kan en wil doen is blijven trappen, niet stoppen denk ik! Maar op een gegeven moment moet ik echt even, in de schaduw pak ik even een momentje. Niet lang, nog geen minuut. De eerste 100 meters voelt dat goed, daarna weer datzelfde. AU!!! Net na bocht 8 heb ik weer schaduw aan mijn kant van de weg en stop even. Niet wetende dat een paar 100 meter verder in bocht 7 de verlichting wacht. Een waterpunt met tuinslang, ik stop hier. Ik spoel mijn armen af en koel lekker af, mijn benen ook een beetje en vers water in de bidon! Ik wil weer! Ik ga verder en heb het ineens koud! Ook nog tegenwind op die rotklim, niet goed voor de snelheid wel top voor de temperatuur. Gelukkig zie ik om mij heen hetzelfde, lijden, hitte, zweet. Ik ga niet harder dan voor de stop in bocht 7 maar het voelt beter. In Huez staan een stel maffe Nederlanders met Andre Hazes uit de speakers, bloed, zweet en tranen. Nou bloed niet, zweet heel veel en tranen komen misschien nog. Ik kan nu blijven trappen ook al wordt ik met enige regelmaat ingehaald. Inhalen zit er nauwelijks in, iedereen lijkt harder te gaan. Vorig jaar was het andersom, nu voelt het minder leuk… Blijven trappen, en ondanks alles opschakelen in de (bij voorkeur binnenbocht) haarspelden en heel even versnellen. Dat doet bijna niemand. Toch iets om moed uit te putten! In bocht twee weer foto’s van Breton, weer een binnenbocht. Nog 1!! Het gaat nog niet harder, maar ik weet dat het er bijna op zit! Vlak voor Veil Alpe haal ik nog iemand in, een Italiaan. Hij vraagt water aan de vrouw langs de kant, hij krijgt het. Het halve liter flesje gaat over hem heen, als er nog wat in zit steek ik mijn arm uit. Ik krijg de rest, doe hetzelfde als de beste man. Hij stelt zich voor, ik vergeet zijn naam direct. Sorry daarvoor! In de tunnel doe ik hetzelfde als tijdens de Grimpee twee dagen eerder, vol gas! Alleen nu weet ik echt wat er nog komt. Op pure wilskracht, die er misschien in kilometer twee ook had kunnen zijn ram ik de twee pukkeltjes op. De Italiaan gaat achter me aan en roept: REMEMBER THE WATER! Ik denk prima vent, als je in mij wiel zit mag je eerder de finish over. Ik haal nog een paar mensen in, ze willen wel aansluiten maar lukken doet het niet. De Italiaan rij ik ook weg, in het afdalinkje ram ik vol daar, de finish over! Yes! Ik stop de Garmin en zie dat ik ongeveer een kwartier sneller moet zijn. Ik stop en hijg even uit. Ik krijg een high five van de Italiaan, hij kan het wel waarderen!
Inmiddels een uur later, ik heb twee happen pasta, de salade, broodje met camambert en een blikje cola en wordt weer echt mens! Ik vind na wat zoeken de vader van Sanne, de tijden zijn bijgesteld hoor ik iemand zitten. Owh, mijn 7:08 volgens het diploma lijkt mij ook onwaarschijnlijk dus ik ga terug voor een nieuwe. 07:33, inderdaad een kwartier sneller. Ik wilde 30 minuten maar gezien de omstandigheden kan ik niet klagen. Het is wachten op Sanne, ze is rond 17:00 boven met een 8:52. Goud voor haar, top! Ze vertelt over wat valpartijen die ze gezien heeft. Gelukkig heb ik die niet gezien, wel lekke banden. Terwijl we het erover hebben komt er een kerel boven, zijn shirt mist de rechtermouw en een deel van de rug, een flinke brandwond op zijn schouder.. Het ergste zien we voor hem 20 meter later, zijn linkerbroekspijp hangt los om zijn been heen. Zijn zeem zit achter nog nauwelijks vast. Zijn linkerarm is ingepakt, hij ziet er niet uit. Maar heeft wel uitgereden! Wat een held, en mafkees!
Rond 18:00 rijden we naar beneden, even mijn achtergelaten spullen ophalen. De Alpe lijkt wel een slagveld, ziekenhuis. Er zijn zeker fitte mensen, die zien er uit alsof ze wisten dat het 12 uur ging duren en ze het warm gingen krijgen. Maar meer zijn er mensen die zwalken, langs de kant zitten en er slecht uit zien! Mensen komen onder watervallen vandaan, afkoelen op elke manier mogelijk.
Ik rij onder de indruk terug naar mijn appartement, besluit snel te douchen en spullen te wassen. Ben weer goed bijgekomen. Ik ga BBQ-en in een hotel in het dorp, daar hoor ik het slechtste verhaal van allen. Een kerel die op zijn rug op weg ligt termijn hij gereanimeerd wordt door ambulance medewerkers… Geen idee hoe dat is afgelopen.
Iedereen heeft ook hetzelfde verhaal, of hij/zij er 6 of 12 uur over gedaan heeft. Tot de Alpe ging het prima.
Samenvattend: Fantastische dag, met enkele bijzondere herinneringen. Bijna niemand in te grote kleding. Veel dure fietsen, steeds meer schijfremmen. Veel mooie vrouwen, maar dit viel mij vooral na de finish pas op. De meeste starten toch achter me. Om 16:00 hoorde ik dat er pas 5300 op de top van Galibier waren, zoveel zijn er uiteindelijk ongeveer gefinisht. Een zwaardere editie dan vorig jaar, toen met 7:48 1200e overal. Nu zou ik dan 800e zijn.
Volgend jaar wat anders!
https://www.strava.com/activities/1689436258/
Change is the only constant... Hanging on is the only sin...