paashaas schreef: Ok, hier wordt het "technisch"
Er is idd een soort beschermingsmechanisme van het lichaam. Er bestaat ook zoiets als "afstoting van getransplanteerde organen".
Die afstoting is te wijten aan het polymorfisme van MHC I moleculen. (MHC I moleculen spelen een rol in immunologische reacties).
Wat zit er in bloed: oa, witte bloedcellen, rode bloedcellen, thombrocyten. Nu, witte bloedcellen zorgen voor een hoge expressie MHC I, thombrocyten zorgen voor een lage expressie MHC I en rode bloedcellen zorgen niet voor een expressie van MHC I.
Dus rode bloedcellen zorgen niet voor een dergelijke afstotingsreactie. (als deze dus eerst uit het bloed gecentrifugeerd werden)
Maar de glycoproteinen op rode bloedcellen kunnen wel herkend worden door antigenen.
Denk ik maar
Maar hoe kom jij aan volgende zin: "Het lichaam begint met de afbraak van het overschot, om het natuurlijk evenwicht te herstellen; t'is een soort beschermingsmechanisme. ", heb je daar meer info over?
Ben de laatste tijd niet meer zo veel online op dit forum i.v.m. de nodige zorgen rondom mijn ongeval cq. schadegeval vandaar mijn wat late reactie.
Je haalt wel een interessant punt aan maar moet het jezelf niet zo moeilijk maken, en het zeker niet gaan zoeken in de richting van afweerreacties. Wat die (transfusie)reacties betreft. Is wel aardig denk ik om dat geheel uiteen te zetten (wordt het voor de andere forumleden dan wellicht ook wat begrijpelijker).
Transfusiereacties kan men in verschillende categorieen indelen, de niet immuun-gemedieerde (zoals overdracht van ziektes, overvulling, embolie) en de immuun-gemedieerde transfusiereacties. Onder laatstgenoemde vallen reacties gericht op specifiek erytrocyten, leukocyten, trombocyten, plasma-eiwitten en lymfocyten. Er kan bijvoorbeeld hemolyse (afbraak van erytrocyten, rode bloedlichaampjes) optreden. Dit wordt uitvoerig besproken in Strengers en Van Aken, Bloed. Van Magie tot Wetenschap, 1994, pp. 126-141.
MHC (major histocompatibility complex), is een zeer gecompliceerd systeem, gebaseerd op een aantal dicht bij elkaar gelegen genen die via het immuunsysteem invloed uitoefenen op het wel/niet afweren (tolerantie of immunisatie) van getransplanteerd weefsel/bloed. Voor de mens duiden we dit systeem aan met HLA-complex (humane leukcyten antigenen-systeem), hetgeen ingedeeld is in HLA-klasse I antigenen die aanwezig zijn op trombocyten en de HLA-klasse II antigenen die aanwezig zijn op witte bloedcellen. Voor beide klassen bestaat weer een onderverdeling in ieder 3 groepen antigenen, van klasse I bijv. HLA-A waarvan inmiddels 24 genen bekend zijn. Het systeem lijkt een beetje op het bloedgroepensysteem, echter zijn er i.p.v. vier (A, B, 0 en AB) meer dan een miljoen combinaties mogelijk. Als deze klassen, die tezamen de vele combinaties mogelijk maken, van de donor met die van de ontvanger niet overeenkomen, dan volgt de aanmaak van afweerstoffen, activering van het immuunsysteem en dus afstoting.
In de praktijk is echter een exacte overeenkomst tussen het HLA van de donor en ontvanger uitgesloten gezien de complexiteit van het systeem, maar hoe beter het HLA van ontvanger en donor overeenkomt, des te beter de tolerantie is. Dit alles is uitvoerig en vrij helder beschreven op pp. 44-51, 100-101 van voornoemd boekwerk. Lastig maar wel erg boeiend.
Maar dit bovenstaande over afweerreacties is niet waar ik op doelde. Ik doelde op het door het lichaam te bewaren/bewaken natuurlijk evenwicht, hetgeen jezelf correct aanduidt met het begrip homeostasis; tekort wordt aangevuld, overschot wordt afgebroken.
De afbraak van rode bloedcellen vindt voornamelijk plaats in de milt. Normaliter worden erytrocyten afgebroken na 120 dagen, bij een overschot vindt snellere afbraak plaats... net zolang totdat het evenwicht hersteld is. Bij een overschot aan erytrocyten vindt tevens een verandering plaats in de hormoonhuishouding, m.n. het hormoon erythropoetine dat een grote rol speelt bij de vorming van erytrocyten (de zgn. erytropoëse). 't Is daarom niet verwonderlijk dat bloeddoping vaak samengaat met het toedienen van Epo .
Zoals gezegd het effect van bloeddoping is na ongeveer een maand verwaarloosbaar. De opsporing is navenant.
Tot zover mijn reactie. Je vraag was min of meer waar ik het e.e.a. op baseer. Ik heb het bovenstaande over het effect en opsporing van bloeddoping enige tijd gelezen, als ik mij niet vergis in een artikel over bloeddoping. Ik dacht eerst in voornoemd boekwerk, maar daarin kon ik het niet terugvinden. Als ik tijd heb, wil ik wel even kijken welk artikel dat was, als je daar prijs op stelt?
p.s. niet zo lang geleden kwam de vraag over het effect van bloeddoping aan bod in een NOS-videochatsessie met dopingexpert Herman Ram, directeur van de dopingautoriteit, waarin hij hetzelfde beweert, zie http://www.nos.nl/nosjournaal/chat/.